top of page
  • Foto van schrijverRené den Haan

Oplossingsgericht werken, ook met ouderen.

Bijgewerkt op: 12 apr. 2023

Ook met ouderen (65+) kan oplossingsgericht worden gewerkt. Hoe dat in zijn werk gaat beschrijven we in deze blog.


Steeds ouder

Ouderen worden steeds ouder en een toename van ouderen zorgt ervoor dat steeds meer ouderen hulp zoeken voor psychische problemen.


De ene oudere is de andere niet

Een belangrijk kenmerk van de ouderen die we in hulpverlening zien, is dat het over een hele diverse en heterogene groep gaat. Van jonge- tot oudere ouderen. Van vitaal tot kwetsbaar. Maar je bent zo oud als je je voelt.


Vaak spelen er diverse problemen en omstandigheden naast elkaar. Denk bijvoorbeeld aan cognitieve problemen, lichamelijke problemen en psychosociale omstandigheden.


Ook de uitingsvormen van oplopende stress, spanning en 'psychiatrische symptomen' verschilllen aanzienlijk in vergelijking met andere ‘doelgroepen’.


Comorbiditeit, waarbij er een overlap bestaat in symptomen/ klachtenpresentaties, is bij ouderen eerder regel dan uitzondering. De ene oudere is echt de andere niet.


Diagnostiek is lastig

Nog altijd regeert het medisch model (denken in oorzaken en gevolgen) in de ggz en in de ouderenzorg. Hierbij dient er eerst een diagnostische classificatie gesteld te worden om de zorg bekostigd te kunnen krijgen. Op basis van deze classificatie volgt een prognose met een vaststaand behandelaanbod. Dit gaan we doen.


Dat werkt goed genoeg bij enkelvoudige klachten met een duidelijke oorzaak-gevolg relatie.

Maar wanneer er sprake is van co-morbiditeit is deze manier van denken en handelen veel minder efficiënt. De vraag naar het waarom blijft vaak onduidelijk. De relatie tussen een diagnostische classificatie en de behandeluitkomst is zeer laag.


Houvast voor wat er werkt moet worden gezocht in de hulpvraag: het doel van de cliënt en in de vooruitgang ten opzichte van het doel.


Aanvullende diagnostiek is vooral nuttig als de cliënt niet vooruit gaat en om niet-psychiatrische zaken uit te sluiten, zoals dementie, interacties van medicatie of een delier.


Het gaat om maatwerk

Geprotocolleerde behandelingen die geijkt worden op de diagnostische classificatie zijn door comorbiditeit lastig uitvoerbaar.

Bij de hulpverlening aan ouderen gaat hhetvooral om maatwerk. Creatief (mee)denken en zo goed mogelijk aansluiten bij de hulpvraag. Hierbij staat het doel van de client of patiënt voorop en zo wordt er verder gekeken dan de klacht of de stoornis. 


Oplossingsgericht werken

Een vorm van behandeling die goed aansluit bij ouderen is oplossingsgericht werken.

In plaats van het analyseren van problemen gaat de aandacht uit naar het inzetten en voortbouwen op  sterke kanten (veerkracht).


De focus ligt op positieve uitzonderingen ten opzichte van de klacht of het probleem. Het doel van de client word geanalyseerd.


Op basis van feedback van de cliënt wordt de behandeling vormgegeven. De behandelaar volgt hierbij de visie van de cliënt. Hierdoor staat de client (en zijn autonomie) volledig centraal. 


De behandelaar moedigt aan

De behandelaar heeft de taak om de client zo veel mogelijk aan te moedigen bij zijn eigen veranderingsproces.

Hierbij maakt de behandelaar gebruik van oplossingstaal. Dit houdt in dat de behandelaar voortdurend let op positieve uitzonderingen en mogelijkheden (oplossingsgerichte lopers).

De behandelaar geeft nooit ongevraagd advies en stelt vooral open vragen.

Hierdoor ontstaat ruimte voor het verhaal van de cliënt. De client krijgt de kans -en tijd- om zelf na te denken over sterke kanten, doel en oplossingen. 


Aanpak bij cognitieve problemen

Als er cognitieve problemen zijn is het vooral belangrijk om zo goed mogelijk bij de oudere aan te sluiten.

De behandelaar past zijn taalgebruik aan. Kort en duidelijk. Extra structuur kan worden gegeven door te werken met tekeningen, foto’s, blokken of andere niet-verbale werkvormen.

Meestal worden ook naasten van de cliënt gevraagd om mee te komen naar het gesprek voor extra ondersteuning. Uiteraard met toestemming van de cliënt zelf.


Het oplossingsgerichte behandelplan

Zowel in de ggz als in het verpleeghuis kan gewerkt worden met oplossingsgericht behandelplannen.


De metafoor van het maken van een reis kan gebruikt worden als leidraad van het behandelplan. Voor het maken van een reis zijn drie elementen belangrijk, namelijk: 


Een bestemming (het doel);


De routekaart (welke stapjes zijn er te nemen en welke omwegen moeten er genomen worden om van A naar B te komen?) 


Het vervoersmiddel (wie maakt deze reis en van welke eigenschappen, sterke kanten en hulpbronnen kan de client gebruik maken?)


Het doel van de client

In het behandeplan staat het doel van de cliënt voorop.

Dit is iets wat voor zijn of haar gevoel van zingeving belangrijk is. Denk bijvoorbeeld aan zich zo autonoom mogelijk voelen, het gevoel erbij te horen, zich nuttig voelen, zich verbonden voelen met anderen, kunnen blijven leren. 


Het doel kan via het verleden achterhaald worden (bijvoorbeeld door een heteroanamnese af te nemen). Ook kan de behandelaar samen met de cliënt foto’s of voorwerpen uit vroegere tijden bekijken, die doen denken aan de gewenste situatie.

Er kan gevraagd worden wat het leven de moeite waard maakt(e) . Tenslotte kan navraag worden gedaan naar positieve uitzonderingen: kleine momenten op de dag of in de week die een goed gevoel geven (en mogelijk te maken hebben met de zingeving). 


Een doel wat geijkt is op iets wat echt belangrijk voor de cliëntis, zet aan tot verlangen en veranderingsbereidheid. 


Als je een schip wil bouwen, trommel de mannen dan niet op om hout te verzamelen, het werk te verdelen en bevelen te geven. Leer hen daarentegen om te verlangen naar de uitgestrekte en eindeloze zee.
-Antoine de Saint-Exupéry

Het stappenplan 

De cliënt maakt stapjes richting zijn gewenste situatie, rekening houdende met eventuele omstandigheden en omwegen die daardoor genomen moeten worden. Deze hindernissen die het gevoel van zingeving kunnen bedreigen worden kort in het behandeplan beschreven.


Als er een beperking is vraagt dat om aanpassing.

De stapjes die genomen worden zijn meestal klein, maar belangrijk genoeg om een positief verschil in het leven can de cliënt te maken.

Merken dat je vooruitgaat motiveert om meer stapjes te zetten en zelf aan het werk te gaan.


Aan de hand van positieve uitzonderingen worden volgende stapjes geformuleerd. Een groot voordeel hiervan is dat deze gedragingen al in het gedragsrepertoire van de client aanwezig zijn. De cliënt hoeft dus niets bij te leren en bouwt voort op zijn eigen gedrag om vooruit te komen uit. 


Samen bereik je meer

Vaak wordt er multidisciplinair met ouderen gewerkt, vooral als de cliënt zelf niet meer in staat is om op zijn situatie te reflecteren. Van de specialist ouderengeneeskunde tot aan het verpleegkundig team wordt gevraagd wat er nodig is om vooruit te komen richting het gewenste doel van de client.


Als het voor de cliënt bijvoorbeeld altijd belangrijk is geweest om zich zelfstandig te voelen, wordt aan iedere discipline gevraagd hoe deze kan bijdragen aan het doel van de client.

Zo kan de arts medicatie geven om de bloeddruk te optimaliseren bij valgevaar. De fysiotherapeut kan samen met de cliënt werken aan behoud van een sta- of loopfunctie. Het verpleegkundig team kan de cliënt helpen met wassen en kleden zodat hij of zij genoeg energie overhoudt om in de middag een stukje  te wandelen om zich vrij te kunnen voelen.

Uiteraard wordt rekening gehouden met omstandigheden, beperkingen of de aanwezigheid van een ziekte.


In elk multidisciplinair overlegmoment wordt nagevraagd wat iedere betrokken discipline in de afgelopen periode heeft bijgedragen aan het doel van de cliënt, wat er precies werkt en hoe ze daar meer van kunnen doen. De cliënt (en/ of zijn naasten) geeft ook feedback over de voortgang. De regel hierbij is doen wat werkt en stoppen wat niet werkt.


Het vervoersmiddel 

Als er omstandigheden zijn die de cliëntverhinderen om zijn ‘ding’ te doen (iets wat zin geeft in het leven), is de kans groot dat de cliënt zich moedeloos of verslagen zal voelen.

Veerkracht is een belangrijk gegeven bij ouderen. Ouderen hebben immers een heel leven achter de rug waarin er soms ingrijpende gebeurtenissen of moeilijke omstandigheden hebben plaatsgevonden. 

Dan kan onderzocht worden wat er eerder heeft gewerkt om het hoofd boven water te houden en hindernissen te overwinnen (coping).

Samen met de cliënt wordt onderzocht wie en wat steun, houvast of veiligheid geeft en hoe dit bereikt kan worden.   


Onbegrepen gedrag

In het kader van onbegrepen gedrag zoekt de oplossingsgerichte behandelaar naar de vraag-achter-de -vraag. Vaak zijn er belemmeringen in het functioneren door aanwezigheid van cognitieve problemen. Hierdoor kan de cliënt zich onvoldoende uiten en zijn er onvervulde behoeftes. Frustratie, angst, boosheid of hopeloosheid liggen op de loer omdat de cliënt niet meer kan doen wat zin geeft. Denk bijvoorbeeld aan pijnklachten, over- of onderprikkeling, een beperking (of vrijheidsbeperkende maatregel).


Mediatief werken

(Zorg)teams in klinische instellingen hebben soms moeite om met het gedrag van bepaalde cliënten om te gaan. Het 'probleemgedrag' wordt meestal niet als zodanig door de cliënt ervaren, maar is afhankelijk van de waarneming en vaardigheden van de directe (zorg)omgeving.

Hierbij is het vaak mogelijk om via de (zorg)omgeving gedragingen van de cliënt positief te beïnvloeden. Ook hier kan dus oplossingsgericht worden gewerkt. 


De behandelaar heeft de rol van coach van het (zorg)team. Hij of zij bespreekt met hen hoe zij zich willen gedragen ten opzichte van de cliënt. Deze behandeling via een derde wordt 'mediatieve oplossingsgerichte gespreksvoering' genoemd.


Dit gebeurt door selectief aandacht te schenken aan het doel, de uitzonderingen, de sterke kanten van het zorgteam. Daarnaast wordt de focus zo min mogelijk gelegd op problemen en klachten. Wel geeft de coach erkenning voor de zwaarte van de problemen die het team ervaart. Het zorgteam is (co) expert en wordt uitgenodigd na te denken over wat zij voor het probleem met de cliënt in de plaats willen zien en wanneer zij de coaching als geslaagd beschouwen.

Wanneer teamleden de aandacht richten op eerdere successen in de omgang met cliënten genereert dit een positieve verwachting. Hierdoor zullen zij zichzelf en de situatie met de cliënt positiever gaan zien. De positieve effecten van deze interventies generaliseren vaak naar (eventueel toekomstige) problemen tussen teamleden en andere cliënten. 


Leestip:









38 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page