Een basishouding bij het oplossingsgerichtsgericht werken is die van onvoorwaardelijke acceptatie.
Je oordeelt niet, vult niet in voor de ander.
Je maakt contact vanuit een niet-wetende, nieuwsgierige houding om samen op zoek te gaan naar wat er nodig is om vooruit te komen.
Hierbij accepteer je jouw cliënt volledig als medemens.
Oók wanneer je het met niet eens bent met diens opvattingen of gewoontes. Bedenk dat hij/ zij vast goede redenen zal voor bepaald gedrag. Vraag daar dus naar.
'Wat maakt dat je dit op deze manier aanpakt? Hoe helpt je dat om vooruit te komen?'
Gedragingen kunnen worden gezien als gewoontes. Ze zijn ergens ontstaan omdat dit nodig was en hielp. Bijvoorbeeld als er moeilijke omstandigheden waren.
Maar zijn deze gewoonten nog steeds nuttig? De keuze voor gedragsverandering ligt -uiteraard- bij de cliënt en niet bij een ander.
'Wil je dit zo houden?
Zo nee, hoe zou je het anders willen en wat doe je dan anders?'
Iedereen is anders. Elk mens heeft een andere leergeschiedenis, een ander brein, een andere opvoedingssituatie, andere leefomstandigheden met unieker interacties.
Dit zorgt ervoor dat iedereen zijn eigen kijk op de wereld heeft.
Wat voor de één werkt, hoeft niet voor de andere te werken. En daarom werkt (ongevraagd/ goedbedoeld) advies zo slecht.
Oplossingsgerichte professionals vinden dat het niet de taak van de professional is om vast te stellen wat de cliënt mankeert en wat daaraan moet worden gedaan, maar dat de cliënt zelf besluit wat hij (eventueel) zelf aan wil werken.
De basisregels zijn hierbij simpel:
1. Iets wat werkt hoef je niet te repareren.
2. Focus op wat er al werkt en doe daar meer van.
3. Werkt het niet, doe dan wat anders.
Met deze basisregels komt de cliënt automatisch centraal te staan.
De cliënt bouwt voort op wat er al is. Op een bedje van gedragsbehoud.
Comments