Niets is altijd hetzelfde
Ideeën over hulpverlening aan ouderen veranderen. Er vindt een verandering
plaats van probleemgericht werken, waarin de klacht en diagnose van de oudere centraal staan, naar een competentiegerichte visie. Hierin staan de vraag van de cliënt en zijn autonomie op de voorgrond. Deze ontwikkeling sluit aan bij het gedachtegoed van de positieve psychologie: in plaats van zich te richten op tekortkomingen van de oudere richt de positieve psychologie zich op de vraag hoe iemand zijn sterke eigenschappen en hulpbronnen kan inzetten voor zijn levensgeluk en welzijn.
Voor het werken met ouderen heeft dit consequenties op het niveau van de cliënt, de
hulpverlener en de organisatie. Er komt meer aandacht voor waarden als welzijn, kwaliteit van leven en geluk.
Je zou kunnen zeggen dat er vier kernwaarden als basis voor het organiseren van de ouderenzorg zijn:
1. de eigen regie van de oudere: de nadruk op wat de oudere wel kan;
2. een positieve basishouding (‘ja-cultuur’) van de zorgprofessional waarbij de focus ligt op de
wens van de cliënt;
3. de eigen activiteit: de eigen werkzaamheid en het gebruik van eigen
capaciteiten, alsmede het scheppen van mogelijkheden daartoe;
4. een extended family-aanpak: een transparante en eerlijke communicatie tussen cliënt,
zijn dierbaren en zorgprofessionals.
Samen werkt het beter
Voor de zorg aan ouderen in een instelling, zoals een verpleeghuis, is meestal een zorgteam verantwoordelijk, doorgaans multidisciplinair van aard. Vanuit verschillende invalshoeken wordt zorg en behandeling aangeboden door diverse professionals, zoals medici, paramedici, verpleegkundige teams, activiteitenbegeleiders en ambulant begeleiders. Deze professionals werken samen met voor de cliënt belangrijke anderen, zoals familie en vrienden. Dit vraagt om een goede afstemming en goede samenwerking tussen de teamleden.
Tips voor een goede samenwerking
Berg en Steiner (2004) geven de volgende tips voor een goede samenwerking met collega’s.
• Zorg ervoor dat je je doel met je cliënten in gedachten houdt en dat je doel de leidraad
blijft. Het is gemakkelijk om afgeleid te worden. Het gesprek kan verzanden in langdurig
praten over problemen of klachten over de ander(en). Vraag tijdens een vergadering
altijd naar het doel van de vergadering, om oplossingsgericht te blijven werken.
• Zorg voor een positief kader. Het expliciteren van de (verborgen) positieve motivatie van
alle betrokkenen kan cliënten en hun adviseurs kalmeren en hen doelgericht laten
werken.
• Complimenteer andere professionals en spreek altijd expliciet je erkentelijkheid uit voor
de vooruitgang en de goede samenwerking.
• Wijs tijdens vergaderingen en bijeenkomsten geregeld op de successen en sterke punten
van alle aanwezigen en vat deze samen. Wees daar gul in.
• Maak gebruik van tentatief taalgebruik. Dit maakt de kans dat er naar je geluisterd wordt
groter en kan een betere samenwerking bij anderen ontlokken. Voorbeelden zijn: ‘Het
klinkt alsof je eigenlijk … wilt’ of ‘Zou het kunnen zijn dat…?’
Ja, maar.. ik zie het anders
Nog veel instellingen (en teams) werken met een probleemgerichte visie, waarbinnen hulpverleners hun deskundigheid gebruiken om problemen te analyseren die vervolgens de basis zijn voor hun interventies. Deze referentiekaders zijn meestal in de loop van een lange tijd ontstaan en gevormd. Het heeft weinig zin deze referenties uit te dagen of te bestrijden. In plaats van ze te bekritiseren kun je beter de oplossingsgerichte ‘houding van niet-weten’ aannemen. Daarbij horen respectvolle vragen als: ‘Je moet wel een goede reden hebben om (deze opvatting te hebben, deze uitspraak te doen), vertel eens?’
Bonus
Ideeën kunnen voortkomen uit twee of meer beschrijvingen van hetzelfde proces, die als verschillend worden gezien. De bonus, het idee, vloeit voort uit de verschillen tussen de beschrijvingen. Hij gebruikt de metafoor van het zien van diepte. Het rechteroog ziet de omgeving op zijn manier, terwijl het linker oog de omgeving anders ziet. Het verschil tussen wat beide ogen zien, leidt tot de bonus van het zien van diepte. Het is dus niet zo dat het rechteroog gelijk heeft en het linkeroog ongelijk of omgekeerd. Hij beschrijft dat het hebben van verschillende ideeën juist kan leiden tot een bonus: een nieuw idee of een nieuwe ontdekking. Het helpt om aandacht te schenken aan wat de collega in de interactie met je wil bereiken (doelformulering). Ook het geven van complimenten en het tonen van respect zijn belangrijk. Als collega’s geïnteresseerd zijn in de oplossingsgerichte manier van werken, kun je hen vertellen hoe oplossingsgerichte gesprekken gevoerd worden en hoe deze gesprekken cliënten kunnen helpen.
Oplossingsgericht overleg
Probleemgericht overleg wordt oplossingsgericht overleg wanneer de focus wordt verlegd naar (het analyseren van) wat men wel wil in plaats van wat men niet wil, en naar competenties en successen in plaats van tekortkomingen en mislukkingen. Bij oplossingsgericht overleg verbetert de sfeer als het doel van het overleg als geheel of per agendapunt aan het begin wordt geformuleerd, er aandacht is voor de competenties van de individuele personen en het team, en eerdere successen worden gezocht, besproken en gevierd. Suggesties van de teamleden worden op prijs gesteld en gebruikt. Er ontstaat daardoor een grotere actiebereidheid, die verder kan
toenemen door te vragen wat de eerste concrete (kleine) stap zou zijn die teamleden kunnen zetten om het gezamenlijke doel dichterbij te brengen. Bij oplossingsgericht overleg ligt de nadruk eerst op wat er al is bereikt (in de afgelopen tijd of sinds de laatste vergadering), voor er wordt overgegaan op de beschrijving en vaststelling van de volgende stappen richting het doel (van elk agendapunt, van de hele vergadering of van het grotere geheel, wat er bijvoorbeeld voor de volgende vergadering moet zijn gerealiseerd) en wie voor de uitvoering van deze stappen gaat zorgen.

Comments